Accreditatie anderstalig onderwijs

2 oktober 2023
Geschreven door: mr. J.S. Buiting

De minister heeft onlangs aan beide Kamers een nieuw accreditatiekader voorgelegd, waarin onder meer regels worden gesteld over anderstalig onderwijs (Kamerstukken II 2023/24, 31 288, nr. 1074). Dit kader bevat een uitwerking van de regels waar opleidingen aan moeten voldoen om geaccrediteerd te worden. Accreditatie is van belang omdat enkel opleidingen met accreditatie bekostiging kunnen ontvangen en titels en graden mogen uitreiken. Het kader wordt opgesteld door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO).

Hoewel de wet hiervoor geen expliciete grondslag bevat, zijn in het nieuwe accreditatiekader regels gesteld over anderstalig onderwijs (Hoofdstuk 5 van de Whw). Deze regels worden ingepast in de bestaande kwaliteitsstandaarden en nader uitgewerkt in het nieuwe accreditatiekader. Hierin wordt geregeld dat opleidingen die onderwijs in een andere taal dan het Nederlands verzorgen deze keuze nader moeten motiveren, ook moeten docenten beschikken over voldoende beheersing van de taal waarin zij doceren. Aangezien een duidelijke wettelijke basis voor deze eis ontbreekt, is het de vraag of opleidingen die dit niet of onvoldoende doen hierop afgerekend kunnen worden. Uit de ambtelijke nota bij het accreditatiekader blijkt dat ook de juristen van het ministerie van OCW vinden dat uit het kader duidelijker naar voren kan komen dat bij accreditatie niet de taalkeuze an sich wordt beoordeeld, maar dat enkel de kwaliteit van de opleiding centraal staat.

Naast de regels over anderstalig onderwijs zijn er nog een aantal andere wijzigingen aangebracht in het accreditatiekader. Zo is de opbouw van het kader gewijzigd zodat het flexibeler en overzichtelijker wordt en zijn de regels over de onafhankelijkheid van panelleden en secretarissen verbeterd. Beoogd wordt om dit nieuwe kader in werking te laten treden op 1 januari 2024.

Meer lezen: