Jurisprudentie: bindend studieavies en functiebeperking

4 maart 2024
Geschreven door: mr. J.S. Buiting

In juni 2023 kreeg een student aan de mbo-opleiding Music Production Lab een bindend studieadvies (ABRvS 31 januari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:384). Op dat moment was de Wet verbetering rechtsbescherming mbo-studenten nog niet in werking getreden (Stb. 2022, 134). De mbo-instelling stelt daarom dat de burgerlijke rechter bevoegd is om dit geschil te behandelen en niet de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling). De Afdeling heeft sinds de inwerkingtreding van de hiervoor genoemde wet de taak gekregen om geschillen tussen de student en de instelling te beslechten. Doordat deze wet geen overgangsrecht bevat, heeft de wet naar het oordeel van de Afdeling onmiddelijke werking. De student had daarom beroep in mogen stellen bij de Afdeling, ondanks dat het bindend studieadvies onder het oude recht is afgegeven.

Uit de onderwijs- en examenregeling van de mbo-instelling blijkt dat een positief bindend studieadvies wordt gegeven als de student minimaal 80% van de tijd aanwezig is geweest, hij voldoende studievoortgang heeft gemaakt en als hij een realistische beroepshouding laat zien. De student in kwestie had slechts drie studiepunten behaald en was veelvuldig afwezig geweest. Volgens de student was dit te wijten aan de gebrekkige begeleiding vanuit de onderwijsinstelling.

De mbo-instelling stelt dat de student extra begeleiding heeft gekregen en dat er geprobeerd is om met de student tot een plan te komen. Er was echter meer ondersteuning mogelijk geweest als de student bij de aanmelding voor de opleiding had gemeld dat hij een functiebeperking had en als hiervoor een medische verklaring was geweest. De student heeft nagelaten dit te melden. Desondanks heeft het bevoegd gezag extra begeleiding geboden, de gesprekken liepen echter stroef of gingen niet door. Dat de inspanningen niet tot het gewenste resultaat hebben geleid betekent naar het oordeel van de Afdeling niet dat de instelling haar zorgplicht niet is nagekomen. Om de instelling in staat te stellen om de student te ondersteunen, moet de student in een vroeg stadium inzicht bieden in zijn functiebeperking en de gevolgen die dit heeft voor zijn studiebelasting. Dit heeft de student onvoldoende gedaan. Het bindend studieadvies mag daarom in stand blijven. 

Vorige
Vorige

Inspectie: onterecht graden verleend voor in het buitenland geaccrediteerde opleiding

Volgende
Volgende

Jurisprudentie: schadevergoeding na ongeval op studiereis