Gevolgen inkomensstijging onbekende vader voor studiebeurs?
12 november 2024
Geschreven door: mr. dr. J.S. Buiting
Moet een student zijn aanvullende beurs terugbetalen vanwege het gestegen inkomen van zijn vader - ook als hij al jaren geen contact meer heeft met die vader? De student in kwestie stelde niet te hebben geweten dat het inkomen van zijn vader was gestegen (Rechtbank Limburg 28 oktober 2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:7610).
De zaak in het kort
De student ontving in 2021 en 2022 een aanvullende beurs van respectievelijk €4.092 en €3.275. Deze beurs werd toegekend op basis van het initieel opgegeven inkomen van zijn vader bij de Belastingdienst. De student, die sinds de scheiding van zijn ouders in 2006 geen contact meer heeft met zijn vader vertrouwde op het opgegeven inkomen. Toen de Belastingdienst in november 2022 een hoger definitief inkomen van de vader doorgaf aan DUO, werd de hele aanvullende beurs teruggevorderd.
Juridisch kader
De hoogte van de aanvullende beurs is gekoppeld aan het inkomen van beide ouders, zoals vastgesteld door de Belastingdienst (artikel 3.8, 3.9 en 3.9a van de Wsf 2000). De minister kan de hoogte van de aanvullende beurs herzien als blijkt dat het inkomen van de ouder hoger of lager uitvalt (artikel 7.1, eerste lid, onder f, van de Wsf 2000). Van deze koppeling van de aanvullende beurs aan het ouderlijk inkomen kan alleen worden afgezien als de student van de ouder wordt losgekoppeld vanwege een langdurig ernstig verstoorde verhouding tussen de ouder en student of omdat de ouder onvindbaar is (artikel 3.14 Wsf 2000). Van loskoppeling was in deze zaak geen sprake.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank toont begrip voor de "teleurstelling" van de student, die na zijn afstuderen plotseling met een studieschuld werd geconfronteerd. Toch oordeelt zij dat de minister verplicht was om tot herziening over te gaan. Het feit dat de student niet op de hoogte kon zijn van zijn vaders inkomen doet daar niets aan af. De wet schrijft immers voor dat het definitieve inkomen zoals vastgesteld door de Belastingdienst bepalend is.
Beschouwing
Deze zaak laat zien dat studenten kwetsbaar zijn voor herziening van de hoogte van hun aanvullende beurs. Doordat de definitieve vaststelling van ouderlijke inkomens vaak pas later plaatsvindt, kunnen studenten jaren na dato nog geconfronteerd worden met terugvorderingen - zelfs als zij geen zicht hebben op de financiële situatie van hun ouders.