Wetgeving: consultatie toets anderstalig onderwijs

25 juni 2024
Geschreven door: mr. J.S. Buiting

Tot en met 1 juli 2024 kan er gereageerd worden op de internetconsultatie van de lagere regelgeving die hoort bij de Wet internationalisering in balans (Wib). Hierin wordt de toets op anderstalig onderwijs nader uitgewerkt, uitgangspunt van de Wib is namelijk om anderstalig onderwijs aan banden te leggen. In de Wib is bepaald dat zowel nieuw als bestaand anderstalig onderwijs instemming van de minister moet verkrijgen (voorgesteld artikel 6.3 en 6.4 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek).  

Toets anderstalig onderwijs
Om instemming van de minister te verkrijgen moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Instemming wordt enkel verleend, indien:

1.    Dit past binnen het door de instelling vastgestelde eigen taalbeleid, en

2.    Dit doelmatig is, gelet op:

a.    Eén van de volgende criteria:

  1. regionale omstandigheden, met dit criterium wordt beoogd ruimte te bieden voor anderstalig onderwijs in krimp- of grensregio’s.  De opleiding of het traject moet dan onder meer verweven zijn met de regio en in aanmerkelijke mate bijdragen aan de regionale kennisinfrastructuur of arbeidsmarkt.

  2. arbeidsmarkt, aan dit criteria kan worden voldaan als de opleiding of het traject een beroepsgroep heeft met een structureel en groot arbeidsmarkttekort én de beheersing van de Nederlandse taal niet noodzakelijk is voor de beroepsuitoefening.  

  3. internationale uniciteit, bij dit criterium gaat het om of de opleiding of het traject uniek is binnen het Nederlandse hoger onderwijs, hierbij moet anderstaligheid zijn verweven met het onderwijs.

  4. internationale positionering, hier gaat het om opleidingen of trajecten die zo verweven zijn met de internationale context dat de doelen van de opleiding niet verwezenlijkt kunnen worden als het onderwijs in het Nederlands wordt gegeven.

b.    En het geheel van voorzieningen op het gebied van hoger onderwijs, dit betreft een toets op macro-niveau. Er wordt aan de hand van alle bestaande opleidingen bekeken of het doelmatig is of de betreffende opleiding anderstalig onderwijs aanbiedt. Hierbij spelen de volgende factoren een rol:

  1. de beschikbaarheid van Nederlandstalig aanbod. 

  2. de spreiding van het landelijke bestaande bekostigde anderstalige opleidingsaanbod; en

  3. het profiel van de instelling.

Procedure bestaande opleidingen of trajecten
Uit de Wib vloeit voort dat bestaande Engelstalige opleidingen of trajecten binnen 9 maanden na inwerkingtreding van deze wet instemming van de minister moeten vragen om door te mogen gaan met het bieden van anderstalig onderwijs. Dit wordt ook wel een voornemen genoemd om door te gaan met het bieden van anderstalig onderwijs. Een dergelijk voornemen kan per opleiding worden gedaan, maar ook gezamenlijk voor een cluster van samenhangende opleidingen van verschillende instellingen. Over het indienen van clustervoornemens moeten de instellingen gezamenlijk overleg voeren.

Voortgang Wet internationalisering in balans
De Wib wordt momenteel behandeld door de Tweede Kamer. Kamerleden kunnen tot en met 27 juni vragen stellen over het voorstel, die de minister moet beantwoorden. Het wetsvoorstel kan door bijvoorbeeld amendementen van Kamerleden nog inhoudelijk wijzigen, dit kan ook wijziging van de toets anderstalig onderwijs met zich brengen. Het is dan ook nog niet zeker of deze toets er (in deze vorm) daadwerkelijk komt. De minister streeft er evenwel naar om het wetsvoorstel per 1 januari 2025 in werking te laten treden, dit wordt erg krap omdat na de Tweede Kamer ook de Eerste Kamer het wetsvoorstel nog moet behandelen.

Vorige
Vorige

Jurisprudentie: schadevergoeding na ten onrechte weigeren deelname selectie

Volgende
Volgende

Jurisprudentie: sluiting school na grove veronachtzaming medezeggenschap