Studiefinanciering: ongelijke behandeling hbo-student die wo-master wil volgen
9 december 2024
Geschreven door: mr. dr. J.S. Buiting
De rechtbank Midden-Nederland oordeelde onlangs dat hbo-studenten ongelijk worden behandeld als zij de overstap maken naar een wo-master, zij hebben dan geen recht op studiefinanciering (Rechtbank Midden-Nederland 3 december 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:6591). Als zij echter een hbo-master zouden gaan doen of eerst een wo-bachelor hadden afgerond dan zouden zij wel studiefinanciering krijgen. Dit onderscheid vloeit voort uit de Wet studiefinanciering 2000 (WSF 2000).
De zaak in het kort
Tussen de student en de minister (vertegenwoordigd door DUO) staat niet ter discussie dat uit de WSF 2000 blijkt dat, doordat de student een hbo-bachelor heeft afgerond, zij geen recht heeft op studiefinanciering voor haar wo-master. Elke student (zowel hbo als wo) heeft recht op vier jaar studiefinanciering voor de bachelor vermeerderd met het aantal jaren dat de master die erop volgt duurt. In de wet staat echter dat hbo-studenten enkel studiefinanciering ontvangen voor een hbo-master, terwijl wo-studenten studiefinanciering kunnen ontvangen voor een hbo- of wo-master (artikel 5.2, eerste lid, van de WSF 2000).
Standpunt van de student
De student stelt dat sprake is van ongelijke behandeling en dat er dus strijd is met het verbod op discriminatie. Ze zou immers wel studiefinanciering krijgen voor een wo-master, als zij een wo-bachelor had gevolgd, nu krijgt ze dit niet omdat ze een hbo-bachelor heeft afgerond. Bovendien bestaat er in haar opleidingsgebied alleen een wo-master en geen hbo-master, zij heeft dan ook geen keus als ze wil doorstuderen. Volgens de student kan het niet de bedoeling van de wetgever zijn geweest om haar uit te sluiten van studiefinanciering. De WSF 2000 is immers juist bedoeld om de financiële toegankelijkheid van het onderwijs te vergroten.
Standpunt van de minister
De minister betwist dat sprake is van ongelijke behandeling in gelijke gevallen. Iedere student heeft vier jaar recht op studiefinanciering gedurende de bachelor, daarna wordt de duur van de studiefinanciering verlengd voor specifieke opleidingen. Eerder kon de minister in het televisieprogramma Radar niet aangeven waarom hierbij onderscheid wordt gemaakt tussen hbo- en wo-studenten.
Ongerechtvaardigd onderscheid
De rechtbank stelt vast dat de student een beroep doet op het recht op gelijke behandeling, en het discriminatieverbod, zoals vastgelegd in onder meer het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Nu de student zich op een verdrag beroept, staat artikel 120 van de Grondwet er niet aan in de weg dat de rechtbank toetst aan eenieder verbindende bepalingen uit een verdrag (exceptieve toetsing).
In het verdrag is het discriminatieverbod opgenomen. Van discriminatie is sprake als er een verschil in behandeling is, dat niet objectief gerechtvaardigd kan worden. Dit is het geval als geen gerechtvaardigd doel wordt nagestreefd of als de gehanteerde middelen niet in verhouding staan tot het doel. De rechtbank stelt vast dat sprake is van gelijke gevallen die ongelijk behandeld worden. De wetgever heeft, naar het oordeel van de rechtbank, niet duidelijk gemaakt waarom er onderscheid wordt gemaakt tussen hbo- en wo-studenten en of dit onderscheid in verhouding staat tot het doel dat wordt gediend. Verder vindt de rechtbank relevant dat de minister niet goed kan uitleggen waarom onderscheid wordt gemaakt.
Gevolgen van de uitspraak
De rechtbank verklaart het beroep van de student gegrond. De betreffende hbo-student moet daarom studiefinanciering krijgen voor een wo-master, mits zij ook aan de andere voorwaarden voldoet. De minister moet hier binnen vier weken een besluit overnemen.
Beschouwing
Deze uitspraak van de rechtbank is mijns inziens niet helemaal overtuigend. Deze zaak draait om de vraag of studenten met een hbo- en wo-bachelor gelijk aan elkaar zijn. Dat is niet perse het geval; het doel van een hbo-opleiding (gericht op de beroepspraktijk) is anders dan van een wo-opleiding (gericht op de wetenschap), ook duurt een hbo-bachelor een jaar langer dan een wo-bachelor. Het is dan ook de vraag of de Centrale Raad van Beroep tot hetzelfde oordeel zal komen als de rechtbank. Hoe dan ook zou de wetgever ondertussen de wet moeten verduidelijken; regel dat hbo-studenten recht op studiefinanciering hebben bij een wo-master of verduidelijk in welke gevallen en waarom er geen aanspraak bestaat of studiefinanciering voor een wo-master.